Met een D of met DT?

Je hebt best taalgevoel. Daarom schrijf je je teksten zelf. Alleen pffff… is het nou met een D of met DT?!

Troost je. Je bent echt niet de enige. Sterker nog, iedereen maakt spelfouten. Zelfs copywriters. Ook ik. Je zit namelijk zelf zo in een tekst, dat je brein het correcte woord leest, in plaats van de fout die er in werkelijkheid staat.

Zo loopt het nooit meer mis
Maar nu die ellendige dee’s en tee’s. Want oioioi, wat wordt dat veel fout gedaan. Terwijl er toch een hele simpele truc voor is om dit te voorkomen. Namelijk: vul het woord ‘lopen’ in.

Er is zelfs een liedje over
Over spelling? Ja. Check dit: https://youtu.be/px4XffMyWyo ! Maar nu een voorbeeld. Jij vind. of Jij vindt. Vul in plaats van vinden het woord lopen in. Dus: jij loopt. Daarom is Jij vindt ook de juiste keuze.

Iets ingewikkelder, maar nog steeds met het werkwoord lopen op te lossen is: Iets is veranderd of Iets is verandert. Met het werkwoord lopen wordt het iets is gelopen. Je moet dus het voltooid deelwoord van veranderen invullen. Het is veranderDE en niet veranderTE, dus Iets is veranderd is de juiste keuze.

Weetje nog van vroegâh
Allemaal leuk, maar er mist natuurlijk nog één ding. Want hoe weet je nu of de vervoeging van een werkwoord met een d of met een t is? Deze regel ken je vast nog wel van school: ‘t kofschip + x. Met het ankertje, zo heb ik hem geleerd. Alle werkwoorden met de letters die in het kofschip met anker staan, eindigen in de vervoeging op een –t. Bijvoorbeeld gemaakt, gepast, en ook al doen we dat niet meer: gefaxt.

En blijf je tobben?
Dan kun je natuurlijk altijd een copywriter inhuren. Want even met de rode pen erdoorheen, kost je echt niet wereld. Dan weet je tenminste zeker dat alle d’tjes en t’tjes goed op zijn plek staan.